Onderwijs-
Leeromgeving

Standaard
02
Leestijd
Onderwijs-leeromgeving
22 - 25 min

02

02.01

Visie op onderwijs

De opzet, inrichting en uitvoering van het onderwijsprogramma volgen logisch uit de opleidingsvisie en –missie die staan beschreven in onze Strategy Paper. Dit alles doen we vanuit de kaders die zijn vastgelegd in onze onderwijsvisie. Deze is voor zowel CB als CO in 2012 opgesteld.

02.02

Inhoud en Samenhang onderwijsprogramma

Persoonlijke & Professionele ontwikkeling

Zowel bij CO als CB bieden we een brede oriëntatie op het vakgebied in de ‘onderbouw’ - de eerste anderhalf jaar van de studie -, gevolgd door een persoonlijke, op individuele keuzes gebaseerde leerroute in de ‘bovenbouw’. Deze persoonlijke leerroute bestaat uit een keuze voor twee themasemesters, een minor en een afstudeertraject. Als afspiegeling van de synergie tussen beide werkvelden kunnen studenten de themasemesters uit jaar drie van de ene opleiding als minor bij de andere opleiding volgen. Een tussentijds- en een eindassessment toetst mede, ongeacht de persoonlijke leerroute, het vereiste tussen- en eindniveau.

Hets een proeve van bekwaamheid, waar de student op basis van specialisaties en stage de juiste afstudeervariant kiest en in combinatie met het eindassessment het eindniveau aantoont.

Een robuust slb-programma met aandacht voor persoonlijke en professionele ontwikkeling staat borg voor adequate begeleiding van de studenten bij het maken van de juiste keuzes. Samen met de (korte) beroepsoriënterende en de (lange) beroepsvoorbereidende stage zorgt dit voor het ‘T-shaped’-model dat aansluit bij het beroepenveld: afgestudeerde media en communicatieprofessionals met een brede, deels generieke basis en een aantal specialisaties op basis van eigen interesses en talenten.

Bovendien besteden we in het onderwijs aandacht aan persoonlijke vaardigheden zoals mondeling en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid, reflectie en samenwerken. Dit laatste komt altijd aan bod in de projecten, die na elk blok in de propedeuse of in een themasemester geïntegreerd zijn. De projecten bestaan altijd uit een -door een externe opdrachtgever geformuleerde- opdracht waarmee de studenten in een groep aan de slag gaan.

Toekomst

Nieuw
Onderwijsmodel

Voor het onderwijsmodel Stones, dat in 2022 start, hebben we een nieuwe onderwijsvisie geformuleerd. Hierin staat de onderwijskundige onderbouwing voor het Stones model beschreven. In 2022 starten we met Stones voor de propedeuse en jaar twee. In 2023 volgen jaar drie en vier. Bij elke Stone staat een authentiek beroepsvraagstuk centraal waarin Strategie, Productie en Reflectie en Onderzoek (de eindkwalificaties) vertegenwoordigd zijn op niveau 1, 2 of 3. Het werkveld is actief betrokken bij de beroepsvraagstukken of challenges. Met Stones bieden we een onderwijsconcept dat voorziet in maximale flexibilisering, in inhoud, vorm, tempo en volgorde. Daarmee krijgt de student regie over zijn leerroute. Daardoor is het concept geschikt voor voltijders, deeltijders, generalisten, specialisten, vertragers en versnellers én voor voltijders die veel naast hun studie willen doen, maar ook voor mensen die een enkele Stone willen volgen. Het concept definieert drie niveaus (1, 2 en 3). Binnen niveau 1 (de propedeuse) volgt iedereen hetzelfde programma, alleen de volgorde verschilt. Binnen niveau 2 en 3 bieden we keuzestones aan van 15 ects. Op niveau 3 is het ook mogelijk om een Stone in de vorm van een challenge van 30 ects te volgen; daarbij staat een complex probleem centraal. Bovendien bieden een aantal Stones ook internationale, Engelstalige klassen, waarbij ook ons International Office is betrokken.

In de Stones werken en leren studenten met elkaar. Ook zoeken we de samenwerking met kenniscentra en onze internationale partnerscholen. We stimuleren studenten om de kennis die zij buiten de opleiding op allerlei vlakken opdoen in te zetten voor hun leerproces. Ook van hobby’s en bijbanen leren zij: die kennis en kunde kunnen ze delen en inzetten in de samenwerking met anderen en tevens gebruiken in hun e-portfolio. Dit biedt studenten een rijke leeromgeving waarmee we een interdisciplinair samenwerken en een innovatieve houding stimuleren.

Docenten zijn georganiseerd in kleine, resultaatverantwoordelijke teams, die elk verantwoordelijk zijn voor een Stone. De teams werken in verticaal verband nauw samen binnen een impactgebied, en in horizontaal verband binnen één van de drie niveaus. Deze organisatievorm biedt de mogelijkheid om het onderwijs sneller en makkelijker te actualiseren. We zijn flexibeler in aanbod, bij een grotere instroom van studenten kunnen we soepel een Stone toevoegen.

Communicatie

CO heeft vijf leerlijnen gedefinieerd binnen het onderwijsprogramma, een cluster van vakken die in de verschillende themasemesters worden geïntegreerd.

De leerlijn Merk, Reputatie en Communicatie komt onder andere terug in modules als Corporate communicatie, Marketingcommunicatie, Digitale communicatie, Merkpositionering, Merkreputatie, Strategische Communicatie, Gedrag en Overheidscommunicatie en Internal branding & Employer Branding.

De leerlijn Maatschappij en Organisatie komt onder andere terug in modules als Media en Maatschappij, Ondernemerschap, Trends, Ethiek en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen en Diversiteit en Generaties.

De leerlijn Content en Creatie komt onder andere terug in modules als Visuele merkidentiteit, Professioneel Schriftelijke Communicatie, Conceptontwikkeling en Contentstrategie en Contentcreatie, Conceptuitwerking en Content & Storytelling.

De leerlijn Onderzoek komt terug in de projecten maar ook in modules als Onderzoek: Inspiration, Onderzoek: Ideation en Communicatieonderzoek.

De leerlijn Professionele Vaardigheden komt onder andere terug in modules als Professioneel Mondelinge Communicatie, Mediarelaties en Public Relations, Mediatraining in English en Adviesvaardigheden als onderdeel van het Project Inspiration en Ideation bij Concept & Creatie.

CREATIVE BUSINESS

Ook CB heeft vijf leerlijnen in het onderwijsprogramma. Deze zijn deels gelijk aan CO.

De Leerlijn Content & Creatie komt terug in modules als Journalistiek schrijven, Visual Storytelling, Beeld, Creatie: Audio, Fotografie, Story skills en Marketing en Storytelling.

Leerlijn Mediamarketing komt terug in modules als (Online)Marketing, Bedrijfseconomie, Mediaondernemerschap, -planning, Marketing insights, Marketingmanagement, E-commerce, NIMA B en Marketing & Storytelling.

De leerlijn Digitale Media kent modules als Media-ethiek, Media en Maatschappij, Media en Informatierecht, Strategy Development, SEO en SEA, Media Analytics en Contentmarketing.

De leerlijn Onderzoek bevat modules als Onderzoek Inspiration, Onderzoek Ideation, Social Media Research en Data en research.

De leerlijn Professionele vaardigheden. Modules o.a. Communicatieve vaardigheden, Engels, Digitale vaardigheden, Studieloopbaanbegeleiding en Ondernemersskills,

HVA Campus Creators

We zijn ontzettend trots op ons platform HvA Campus Creators. Het platform bestaat uit verschillende studententeams die in nauwe samenwerking met de opleidingen content maken in drie redacties: Video, Publishing en Design.

Via de website worden ‘jobs’ aangeboden; betaalde opdrachten die geschikt zijn voor CO+CB-studenten. Ook onze eigen docenten maken gebruik van de expertise van HvA Campus Creators voor het maken van kennisclips en als ondersteuning bij praktijkonderwijs in de studio’s.

Deze ‘creatieve marktplaats’ biedt de mogelijkheid voor organisaties om op een laagdrempelige manier studenten in te kunnen zetten voor een opdracht. Anderzijds biedt het studenten een mooie kans om de tijdens hun studie opgedane kennis en vaardigheden direct in praktijk te brengen.

02.03

Internationaal onderwijs

De opleidingen CO en CB hebben een breed netwerk opgebouwd met 28 buitenlandse partners. Dit biedt studenten de mogelijkheid te studeren op diverse plekken binnen Europa, Azië, Canada en Oceanië.

Studenten volgen minor-vakken bij de partneruniversiteiten waarbij een inhoudelijke verdieping wordt aangebracht én een verbreding vanwege het internationale perspectief in het media/communicatie vakgebied. Er zijn ca. 100 uitwisselingsplekken per studiejaar.

Sinds 2019 hebben studenten ook de unieke kans om een half jaar bij diverse Amerikaanse universiteiten te studeren. We zijn trots op de samenwerking met de prestigieuze Newhouse School of Public Communications van Syracuse university waarbij veel aandacht wordt besteed aan nieuwe (technologische) ontwikkelingen op het media/communicatie vakgebied.

We werken ook met andere preferred internationale partners strategisch samen:

Behalve fysieke uitwisseling van studenten, biedt de samenwerking met de partner-universiteiten ook de mogelijkheid tot virtuele samenwerkingsprojecten, waarbij studenten bijvoorbeeld elkaars werk beoordelen. Ook dit draagt bij aan een breder, internationaal perspectief. In het tweedejaars themasemester Digitale Media (CB) werken de studenten samen met studenten van onze Canadese partnerschool Ryerson in Toronto. De Nederlandse en Canadese studenten werken samen aan een ‘wicked problem’ dat met digitale media kan worden opgelost. Vanaf september start ook het derdejaars themasemester Digitale Mediastrategieën een soortgelijk samenwerkingsproject met Ryerson.

Studenten kunnen ook binnen CO+CB internationaal onderwijs volgen, momenteel bieden we vijf minoren aan met internationale klassen en Engels als voertaal: International Publishing, International Journalism, Trendwatching, Digital Mediastrategies en Visual Storytelling. De minor Trendwatching krijgt opdrachten van internationale opdrachtgevers, bij International Journalism zijn de studenten de afgelopen jaar o.a. naar London, Istanbul en New York geweest om internationale verhalen te maken, waaronder de ontwikkelingen rond de Brexit.

Samen met Oxford en Stuttgart wordt de internationale minor Publishing aangeboden. Beide partners worden ook bezocht tijdens een studiereis waar studenten kennismaken met de internationale aspecten van het uitgeefvak en werken met faciliteiten (drukpersen, boekenarchief) ter plaatse.

Studenten kunnen ervoor kiezen hun stage in het buitenland te lopen. Interculturele sensitiviteit wordt hierdoor bevorderd. Afstudeeropdrachten kunnen in een internationale context plaatsvinden. Het International Office (IO) ondersteunt studenten bij alle bovengenoemde activiteiten maar zet zich vooral in voor het organiseren, coördineren en begeleiden van de uitwisselingen met partnerscholen. Sinds een paar jaar stimuleert het IO ook de uitwisseling van docenten van de partnerscholen. Onze docenten hebben onder andere colleges gegeven tijdens internationale weken in Madrid, Parijs en Stuttgart.

02.04

Onderzoek in het onderwijs

Vanuit de accreditatie in 2017 kwam het advies om ‘de ruimte op te zoeken om verschillende onderzoeksmethodieken binnen de opleiding toe te passen. Traditionele onderzoeksmethoden en nieuwe of innovatieve vormen van onderzoek kunnen naast elkaar bestaan. Van belang is dat de onderzoeksmodellen, zoals Design Thinking, passen bij het doel van de nieuwe afstudeerwerken.’

De onderzoeksleerlijn is door het gehele curriculum logisch opgebouwd van eenvoudig begeleid onderzoek tot zelfstandig, meervoudig en complex onderzoek.  

In de propedeuse CO+CB volgen de studenten de onderzoeksmodules volgens de design thinking methode. Vervolgens passen ze deze vaardigheden toe in het project dat zij in datzelfde blok hebben. Studenten leren zo stapsgewijs, aan de hand van concrete cases in hun projecten, onderzoek te ontwerpen en onderzoek uit te voeren. Het gaat hierbij om het gehele proces van opdracht tot rapportage en aanbevelingen.

In jaar twee vindt bij CO studenten een verdere verdieping plaats van de onderzoekskennis en -vaardigheden waarbij ook aandacht is voor meer klassiekere vormen van onderzoek in de module Communicatieonderzoek. Bij CB maken de studenten bij de module Social Media Research weer kennis met onderzoekstools die helpen bij het lezen en interpreteren van socialmedia(data). Daarnaast leren ze de wereld van Google analyseren: SEA, SEO, funnels, zoekwoorden, analytics en hoe social media en Google elkaar versterken. Ze behalen hier het Google Online Marketing Certificaat.

In alle themasemesters van het derde jaar zijn de onderzoeksvaardigheden geïntegreerd in de projecten. De studenten doen onderzoek passend bij het themasemester van hun keuze. Zo wordt bijvoorbeeld in het themasemester Reputatiemanagement (CO) specifiek online reputatieonderzoek aangeboden. En in de themasemesters van CB (Mediaconcepting, Mediaondernemerschap, Vertelvormen en Digitale Mediastrategieën) gaan studenten aan de slag met Human-Centered Design door middel van de CMD Methods Pack en de IDEO The Field Guide to Human-Centered Design. Ze doen grondig desk- en fieldreserach, waarbij het iteratieve proces centraal staat. Observeren, interviewen, co-creëren, testen prototypes, eye-tracking, facial coding en met de nieuwe onderzoekstechniek ValueFlow meten ze de emotionele waardering van hun doelgroep.

In een afstudeervariant ontwerpt de student een eigen onderzoeksaanpak passend bij het vraagstuk en de context. We bieden hiervoor diverse onderzoeksfaciliteiten, zoals een usability lab met ondersteunende software om panelgesprekken op te nemen en facial coding in te zetten. Daarnaast bieden we online onderzoekstools aan zoals Eyecoding en ValueFlow.

samenwerking kenniscentra

studenten, docenten & onderzoekers

In het Kenniscentrum FDMCI is al het onderzoek van de faculteit gebundeld. Het is opgebouwd uit lectoraten en labs in samenwerking met onderwijs en externe partijen uit de creatieve industrie, de culturele en publieke sector en ICT.

In 2020 is een ‘kwartiermaker’ gestart die de brug vormt tussen de opleidingen en het kenniscentrum. Zij heeft als doel enerzijds het onderzoek sterker in het onderwijs te verankeren, en tegelijkertijd de docenten meer bij de onderzoeken van het kenniscentrum te betrekken, zodat actuele onderzoeksvragen- en resultaten sneller een plek krijgen in het curriculum.

In de afgelopen periode hebben lectoraten als opdrachtgever gefungeerd voor een analyse naar SEO/SEA optimalisatie en hebben docentonderzoekers lesgegeven bij de minoren Festivals! en bij Filosofie van het postdigitale tijdperk. Bovendien proberen we samen opdrachten vanuit het lectoraat te formuleren als afstudeeropdracht voor onze studenten bij de variant Onderzoek. Ook bieden onderzoekers lessen of workshops aan studenten en of docenten.

Tegelijkertijd kunnen onze docenten voor een deel van hun aanstelling tijdelijk (twee jaar) aansluiten bij één van de lectoraten van het kenniscentrum (de afgelopen drie jaar drie docenten). Zij verrichten daar eigen onderzoek dat aansluit bij onze beroepspraktijk en werken samen met de onderzoekers van het lectoraat aan de lopende onderzoeken. Zelf onderzoek doen is deels een scholingstraject in methodieken, een verdieping in de materie en het levert de een rijker netwerk op van collega’s.

Naast een tijdelijke aanstelling kunnen docenten ook onderzoek doen in het kader van een promotietraject of via een Comeniusaanvraag. Op dit moment promoveren er in samenwerking met het kenniscentrum zes docenten van CO+CB en voert één docent een onderzoek uit binnen het Comeniusprogramma. We zijn natuurlijk trots op de eerste docent van onze opleiding die via deze regeling is gepromoveerd!

Ook facilitair groeit de samenwerking tussen het kenniscentrum en het onderwijs. Zo beheren we gezamenlijk het Observatorium voor toegepast state-of-the-art onderzoek. Hier krijgen studenten bijvoorbeeld toegang tot het bouwen en onderzoeken van Virtual Reality of Face recognition technieken.

Learning communities

Binnen FDMCI is in 2020 gestart met de ontwikkeling van Learning Communities.

Deze communicaties zijn een nieuwe vorm van samenwerking tussen opleidingen, lectoraten en externe partners waarin actuele thema’s worden uitgediept. Het doel is om kennis te delen en nieuwe kennis te ontwikkelen die van nut is voor zowel het onderwijs, het onderzoek en het werkveld.  
De opleidingen CO+CB participeren in twee van deze learning communities: Ethiek en Storytelling. Een van onze docenten is aangesteld als hoofddocent bij de learning community Storytelling om deze community tot een actief en verrijkend geheel te bouwen. Deze learning communities zullen onze band met de Amsterdamse creatieve industrie versterken omdat actuele praktijkkennis op deze manier naar de opleidingen toekomt.

Toekomst

Bij het ontwerp van het nieuwe onderwijs zijn de onderzoekers en lectoren nauw betrokken. Zij namen deel aan de ontwerptafels in de eerste fase van ons onderwijsontwerp en werken mee aan de curriculumgroepen die momenteel het onderwijs voor de nieuwe impactgebieden ontwerpen. Bovendien hebben we de hoofddocenten Ethiek en Storytelling gevraagd alvast een pilot-Stone te ontwikkelen die in studiejaar 2021-2022 als minor wordt aangeboden. De onderzoekers van het kenniscentrum worden ook betrokken bij het bepalen van de beroepsvraagstukken in de nieuwe Stones, onder andere via de Learningcommunities.

DIDACTIEK & WERKVORMEN

02.05

didactiek en werkvormen

Binnen onze opleidingen passen we verschillende werkvormen en didactiek toe.

Toepassen van kennis en vaardigheden in de beroepspraktijk staat in het hele curriculum centraal. Dit kan in de vorm van projecten voor opdrachtgevers, het bedenken en uitwerken van een eigen mediaconcept of zelf zoeken naar een opdracht of opdrachtgever. Samenwerken, peer feedback en reflectieve vaardigheden komen hierbij altijd aan bod.

Propedeuse

In de propedeuse werken we sinds 2016 in ‘sprints’, gebaseerd op de inzichten van het HvA programma Slim.

Studenten volgen gedurende vier weken twee vakken van 3 studiepunten, en hebben vervolgens op de maandagochtend van de vijfde week toetsing (een tentamen en een portfolio).

Na 2 sprints rondt de student het blok af met een project, waarin de opgedane kennis en vaardigheden worden ingezet voor het oplossen van een vraagstuk vanuit de beroepspraktijk. We sluiten het propedeusejaar af met het grote interdisciplinaire.Hier werken studenten van CO en CB aan een story en een campagne voor een eigen opdrachtgever. Dit zijn veelal kleine start-ups uit Amsterdam die veel baat hebben bij de ideeën en producten van onze studenten. In dit project staan de principes van denken, doen, halen en brengen centraal. Op meerdere momenten is er contact met de doelgroep en de opdrachtgever. Het project wordt afgesloten met een grote markt waar alle producten aan opdrachtgevers, docenten en studenten worden getoond.

Hoofdfase

In de hoofdfase kiezen de studenten in jaar 2 en 3 een themasemester van 30 studiepunten.

In deze themasemesters is gekozen voor grote(re) geïntegreerde onderwijseenheden van 5 studiepunten. Hiermee bieden we meer samenhang binnen en tussen de modules en het vergroot de studeerbaarheid binnen het semester. Door de jaren heen wordt meer zelfstandigheid van studenten gevraagd en neemt de complexiteit van de opdrachten toe. Uniek zijn de live uitzendingen die de studenten van de minor Radio en de studenten van het themasemester Audiovisueel dagelijks maken voor Amsterdam FM. Van maandag tot en met vrijdag verzorgen zij vanuit de radiostudio op het Benno Premselahuis tussen 12 en 13 uur de uitzending.

In de themasemesters van jaar drie werken de studenten aan meer complexe (niet gekaderde) opdrachten. In het themasemester Mediaondernemerschap (CB) werken de studenten vijf maanden aan hun eigen mediaonderneming waarmee ze geld gaan verdienen. Ze doen dit aan de hand van het Lean Canvas model, ondersteund door coaching en inspiratie via gastcolleges. Bij Reputatiemanagement (CO jaar 3) vormen groepjes studenten een communicatie-adviesbureau. Zij werken voor een opdrachtgever zoals Amsterdam UMC, de Rabobank en, dit jaar, het GVB.  De studenten doen met Obi4Wan online onderzoek naar de reputatie van de opdrachtgever om hier vervolgens een reputatieadvies over te geven. Er wordt o.a. gewerkt met het RepTrakmodel van Van Riel.

Studenten van derdejaarsthemasemester Digitale Mediastrategieën maken de site MICwatching. Studenten van de minor Schrijven in Opdracht publiceren hun verhalen op hvaschrijft.nl

Stages

Onze studenten lopen twee keer stage (jaar 2 en jaar 3 of 4), een doeltreffende manier om hen kennis te laten maken met het werkveld en te werken aan hun professionele houding.

Studenten vinden hun eigen stageplek. Voor beide stages formuleren studenten een stageplan waarin ze zowel hun werkzaamheden beschrijven als hun leerdoelen. Deze koppelen ze aan de competenties, onder begeleiding van het studieloopbaanprogramma (slb).
De stage in jaar twee wordt getoetst via het tussenassessment (CO) en een stageverslag (CB), de lange beroepsvoorbereidende stage met een stagebeoordelingsgesprek.
Bij deze stagebeoordeling geven de docenten aan in hoeverre de student met de stageactiviteiten al voldoet aan het eindniveau. Hierdoor krijgt de student inzicht aan welke competenties hij of zij nog moet werken om straks aan het eindniveau, dat getoetst wordt in het eindassessment, te voldoen. Stagevacatures zijn te vinden via co-cbstagebank.nl, daarnaast worden er ook veel stages aangeboden via ons Facebookkanaal.

Honoursprogramma

Studenten die extra uitgedaagd willen worden, kunnen deelnemen aan ons honoursprogramma. Een student kan kiezen uit vier verschillende opties:

Stages

  • EEN EIGEN HONOURSPROJECT FORMULEREN
    Dit kan vakspecifiek zijn, een verzwaring van de stage, een opdracht van ons kenniscentrum Create-it, in samenwerking met de Knowledge Mile of een andere instantie, of internationaal. Daarbij kan gebruik worden gemaakt van bijvoorbeeld onze tv- of radiostudio en het Makerslab.
  • MEEDOEN AAN HET HONOURS MENTORPROGRAMMA
    Een hogerejaars student kan mentor worden van een klas propedeusestudenten. Mentoren fungeren als brug tussen eerstejaars en de opleiding, dragen kennis en vaardigheden over vanuit hun eigen perspectief op de opleiding en zorgen er door het persoonlijke contact voor dat eerstejaars zich sneller thuis gaan voelen. Mentoren zijn vraagbaak voor de studenten en verwijzen door naar SLB-docent en studiedecaan. Mentoren volgen extra trainingen en krijgen intervisie.
  • EEN HONOURS MINOR VOLGEN
    ‍Dit zijn minoren met een verzwaard programma waarvoor je behalve de gewone studiepunten ook het predicaat ‘Honours’ krijgt. International Journalism is on eigen minor maar via de https://minoren.mijnhva.nl, zijn er veel meer te vinden.
  • HONOURSMODULES VAN ANDERE FACULTEITEN VOLGEN
    Ook kunnen studenten een honoursmodule bij een andere faculteit volgen. Dit zijn HvA-brede Honoursmodules van twee andere faculteiten, waarvan sommige (soms onder voorwaarden) toegankelijk zijn voor alle studenten, dus ook van CO+CB.
Toekomst

Didactiek in
het nieuwe onderwijsmodel

In het nieuwe onderwijsmodel Stones kiezen we voor een nieuwe didactiek. We werken met een combinatie van formatieve evaluatie (feed up, feed back en feed forward) en summatieve toetsing in de vorm van opdrachten, portfolio-opbouw en een beperkt aantal tentamens. Digitale tools bieden belangrijke ondersteuning in de vorm van quizzen, checklists, kennisclips, peer feedback, etc. Een belangrijk uitgangspunt in de nieuwe didactiek is formatieve evaluatie.

Metacognitie en zelfregulatie zijn daarin belangrijke onderdelen. We scholen na de zomer onze docenten in deze methode, via onder andere het train-the-trainer model. In alle Stones wordt aandacht besteed aan samenwerken en samenwerkend leren. De assessments blijven bestaan, de student doet een tussenassessment aan het eind van niveau 2 en een eindassessment aan het eind van niveau 3.

STUDIELOOPBAANBEGELEDING

studeerbaar & robuust onderwijs

Voor het onderdeel studieloopbaanbegeleiding (SLB) volgen we de uitgangspunten binnen de HvA, geformuleerd in de ‘Leidraad studeerbaar en robuust onderwijs’ (december 2014):

“Studentbegeleiding is gedefinieerd als het geheel aan maatregelen en activiteiten dat de opleiding biedt om de student zo adequaat mogelijk en op maat te begeleiden. Studentbegeleiding bestaat uit vraag- en aanbodgerichte studiebegeleiding, loopbaanbegeleiding en persoonlijke begeleiding. Een studentbegeleider is altijd een docent maar elke docent is niet altijd een studentbegeleider. Elke docent heeft wél een rol in studentbegeleiding, namelijk signaleren en doorverwijzen.”

De studieloopbaanbegeleider (slb’er) helpt de student om zowel zicht te krijgen op de opleiding (de opbouw en de te maken keuzes) als op het beroep.

PRopedeuse

In het eerste jaar heeft elke klas een slb'er.

We begeleiden onze studenten in het propedeusejaar intensief bij het zelfstandig leren en keuzes maken voor het vervolg van de opleiding. We kijken samen met de student of de opleiding daadwerkelijk bij de mogelijkheden, verwachtingen en houding van de student past.

PRopedeuse

Vanaf jaar twee worden studenten in groepjes van acht ingedeeld.

Zij houden vanaf jaar 2 tot en met het afstuderen dezelfde slb’er. Deze begeleidt de studenten bij de twee stages, het tussen- en eindassessment, de keuze van de minor en de voorbereiding op het afstuderen. Daarnaast is de slb’er waar nodig op afroep beschikbaar om te adviseren over studievoortgang of het bespreken van persoonlijke problemen. Bij dit laatste verwijst de slb’er bij grotere problemen, zoals ziekte, psychische problemen of faalangst altijd door naar de studentendecaan. Aandachtspunten en accenten zijn:

  • ‘klein binnen groot’, de student wordt gezien. De slb’er heeft hier een belangrijke rol in;
  • iedere docent kan slb’er zijn (intervisie en scholing);
  • focus op de rollen ‘studiebegeleiding’ en ‘loopbaanbegeleiding’. Bij de derde mogelijke rol voor een slb’er ‘persoonlijke begeleiding’, is de studentendecaan ook belangrijk. De slb’er adviseert de student wanneer naar de decaan te gaan;

Slb richt zich niet sec op ‘professionele vaardigheden’. Dit komt in andere andere onderdelen van het curriculum terug (projectonderwijs, specifieke modules etc.). Wel is de gedragsindicator ontwikkelingsgerichtheid, waaronder het geven en ontvangen van feedback, een onderwerp binnen slb.

Toekomst

Coaching in stones

Coaching is een belangrijk onderdeel van het nieuwe onderwijsmodel. Studenten komen in een vaste coachgroep en houden vier jaar lang dezelfde coach. Ondersteuning bij het kiezen van de leerroute is een belangrijk onderdeel van de coaching. Daarnaast biedt het programma begeleiding op individuele talentontwikkeling, zelfregulatie, ontwikkeling van studievaardigheden en soft skills.

De studenten werken gedurende hun hele studie aan een e-portfolio waarin ze bewijsstukken voor hun ontwikkeling verzamelen, dat bestaat uit behaalde leerresultaten maar ook uit feedback, feed forward, feed up van o.a. docenten en peers.

02.06

Diversiteit en inclusie

Functiebeperking, bi-culturele achtergrond & LHBTQI+-gemeenschap

De opleidingen besteden aandacht aan diversiteit en inclusie in brede zin: er is bijzondere aandacht voor studenten die via het mbo instromen, studenten met een functiebeperking, studenten en docenten met een bi-culturele achtergrond, studenten, docenten en medewerkers die zich verbonden voelen met de lhbtqI+-gemeenschap. Bovendien startten in 2019/2020 twee trainees: deze maken deel uit van een bijzonder traineeship binnen de HvA dat erop gericht is meer rolmodellen te creëren voor studenten met een multiculturele achtergrond.

Twee docenten van de opleiding CB zijn initiatiefnemer van de in 2018 opgerichte HvA Pride. Bij deze community is iedereen welkom die zich verbonden voelt met de LHBTQI+-gemeenschap. Op een laagdrempelige manier zoeken we verbinding met elkaar. Doel is een inclusieve kennisorganisatie, waar studenten en medewerkers zich welkom en geaccepteerd voelen. In het verlengde van HvA Pride startte in 2019 een groep docenten en studenten van de opleidingen samen de HvA Diversity Hub: ‘voor studenten met interesse in onderwerpen als identiteit, diversiteit én beyond’. Deze diversity hub is bedoeld als veilige omgeving die open staat voor alle studenten en medewerkers van CO+CB, waarin over moeilijke onderwerpen als uitsluiting, racisme, identiteitsconstructie en samenleven/samenleving wordt gesproken. Er worden ook (thema)bijeenkomsten met gastsprekers gehouden.

De opleidingen zijn bij het werven van nieuwe docenten alert op diversiteit. Onze medewerkers werving en selectie hebben trainingen gevolgd om de werving inclusiever te maken, waarbij aandacht is voor tekst, beeld en de wijze van gespreksvoering. In het inwerkprogramma voor nieuwe docenten gaan we vanaf 2021 ook structureel aandacht geven aan dit thema.

Hva
Diversity
Hub

02.07

instroom en doorstroom van studenten

CO kent een
vrij stabiele
instroom.

Al enkele jaren schommelt het aantal eerstejaars tussen de 250 en 270 studenten. Daarmee is Communicatie aan de HvA de vier na grootse communicatieopleiding van Nederland, met een marktaandeel van 9%.

Voor CB geldt dat de instroom de afgelopen jaren flink is gegroeid. Van 672 nieuwe studenten in 2017 tot 1148 studenten in 2020. CB is daarmee de grootste opleiding van de HvA.

Toelating

CB kende de afgelopen jaren een flinke groei. De instroom CO bleef stabiel.

In principe is elke student met een HAVO-diploma toelaatbaar. Voor Communicatie geldt wel een wiskunde-eis. Dit is een landelijk vastgestelde voorwaarde, die voor alle Communicatieopleidingen in Nederland geldt.
Voordat de student begint aan de opleiding maakt hij/zij kennis met de opleiding via diverse instroomactiviteiten. Die bestaan uit open dagen, proefstuderen en een verplichte studiekeuzecheck (SKC). Tijdens die instroomactiviteiten staat het beantwoorden van vragen van de studiekiezer centraal en profileren we ons duidelijk als opleidingen.

In 2020 zijn de opleidingen gestart met de campagne “We Need…”.  Deze campagne heeft als doel gemotiveerde, ondernemende en ambitieuze studiekiezers. We leggen meer dan voorheen de nadruk dat we studenten zoeken die durven te kiezen, en verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen leerproces.

Doorstroom propedeuse

Normaal gesproken hanteren we in het propedeusejaar een norm van 50 EC voor een positief bindend studieadvies (BSA). De studieloopbaanbegeleider stuurt echter sterk op het in een keer halen van de propedeuse of in ieder geval meer dan 50 EC omdat de ervaring leert dat meer dan drie vakken herkansen stevige studievertraging tot gevolg heeft.

De uitval in de propedeuse zou in 2019 voor Communicatie 29,4% geweest zijn, voor Creative Business 28,2%.  Het aantal studenten dat in één jaar de propedeuse haalde was voor de studenten die in 2019 startten bij CO 32,9%, voor CB 32,1%.

Doorstroom hoofdfase

Studenten die de doorstroomminor Communicatiewetenschappen hebben gevolgd, kunnen instromen bij Communicatiewetenschappen aan de UvA. Tevens is een van de afstudeervariant (onderzoeksopdracht) een manier om beter voorbereid te starten aan een universitaire studie.

Studenten die langer dan vijf jaar over hun studie doen, komen terecht bij de langstudeercoördinator. Deze docent heeft meer uren dan de slb’er voor de ondersteuning en begeleiding van deze groep studenten. Oorzaken van het langstuderen zijn vaak persoonlijke problemen en/of ziekte van de student of een naast familielid. De coördinator helpt hen op een rijtje te krijgen welke herkansingen er nog open staan en hoe de achterstand het beste kan worden ingehaald. Weer vertrouwen krijgen in zichzelf en soms ook in de docenten van de opleiding is vaak een belangrijke factor.

Voor de langstudeerders die kampen met een gebrek aan motivatie, discipline of door persoonlijke problemen gehinderd worden in de voortgang van de studie, bieden twee docenten van de opleiding ACT-coaching aan. In een programma van zes weken leert de student op een gemotiveerde en veerkrachtige manier met zijn studievertraging om te gaan. Ook hebben we voor de afbouw van de oude MIC opleiding/ conversie van het oude programma een aparte coördinator.

02.08

Voorzieningen

Av-studio's
uitleenbalie
& makerslab

Studenten en docenten van beide opleidingen zijn gehuisvest op het Benno Premselahuis. In 2018 is ons pand opnieuw ingedeeld en ingericht met flexibele werkplekken voor docenten, gemeenschappelijke stilteruimtes voor docenten en studenten en veel extra werkplekken voor studenten.

We beschikken we over een moderne onderzoeksruimte (observatorium) met onder andere de mogelijkheid voor eye tracking-onderzoek. Onze AV-studio’s zijn professioneel ingericht. In de afgelopen twee jaar zijn continue investeringen gedaan om ze state-of-the-art te houden; een automatisch videosysteem, volledige touch bediening van de radiostudio en livestream mogelijkheden.  

Studenten kunnen bij onze uitleenbalie terecht voor apparatuur (opnameapparatuur, camera’s, fotocamera’s, microfoons, etc). Er zijn meerdere broedplaatsen en een makerslab (o.a. 3D-printing) waar studenten zelfstandig of met elkaar kunnen werken. Er zijn projectruimten, klaslokalen en grote collegezalen (intern, maar ook extern). Studenten en docenten kunnen ook ruimten en voorzieningen in andere gebouwen op de Amstel-campus gebruiken.

02.09

Kwaliteit personeel

De media- en communicatiewereld is permanent in beweging.

Dit betekent dat de deskundigheidsbevordering van docenten structureel ingebed moet zijn in de organisatie. Sinds 2017 hebben we een stevig intern scholingsprogramma onder de naam Benno’s Academie. Het programma biedt de pijlers Inzicht, Inspiratie en Introductie. Voor de pijler Inzicht bieden we (deels verplichte) cursussen in onder meer afstudeerbegeleiding en onderzoeksmethoden (verplicht), coaching, Google Analytics en English for Lecturers. Voor de Inspiratieworkshops kunnen docenten met een specifieke expertise of interessegebied een workshop aanbieden- dat varieert van online werkvormen tot mindfullness. Introductie behelst het inwerkprogramma voor nieuwe medewerkers.

Twee keer per jaar organiseren we voor de docenten plenaire inspiratie- en kennissessies, met inspirerende sprekers uit het werkveld. De laatste jaren hadden we onder meer Nicolaas Veul en Soraya Pol van de VPRO, Bram Eigenfelt van Buutvrij for life en Boukje Taphoorn van Google te gast.

Toekomst

Docententraining
nieuw onderwijs

Momenteel bereidt Benno’s Academie in het kader van de herijking docententrainingen voor. We doen dat met het train-the-trainer principe. We ontwikkelen de trainingen met twintig docenten, die deels expert zijn of bereid zijn zich hierin extra te verdiepen. De thema’s van de trainingen zijn: onderwijsontwikkeling, didactisch coachen, formatief handelen, blended onderwijs, challenge based onderwijs en coaching.

Onze docenten zijn (bijna) allen in het bezit van een master en komen uit of staan nog met één been in de praktijk. Docenten die nog geen master hebben, worden door de opleiding in de gelegenheid gesteld deze te behalen. Zes docenten doen op dit moment een PhD. Vanaf studiejaar 2020-21 kunnen docenten ook tijdelijk extern een stage lopen om bepaalde kennis op te doen of beter zicht te krijgen op een bepaald vakgebied.
Uit de accreditatie kwam de aanbeveling om de tijdsplanning en taken van de docenten goed te bewaken en zuinig te zijn op de betrokkenheid en inzet van de docenten. De afgelopen jaren staat werkdruk hoog op de agenda van CO+CB en binnen de HvA. In de Medewerkers tevredenheid monitor (MTM) van 2017 stond dat onze docenten een hoge werkstress en werkdruk ervoeren.

Een van de oorzaken van de werkstress was dat medewerkers soms werden ingezet op taken(vakken) die niet bij hen passen (gevoelde werkdruk). Als je iets moet doen wat je niet leuk vindt of waarin je minder zeker bent, kost je dit altijd meer stress/druk. Om dit probleem aan te pakken hebben we de taaklastsystematiek omgegooid. Waar voorheen de modulecoördinator koos wie op zijn vak les mocht geven, kiezen de docenten nu zelf welke vakken ze willen geven. Op basis van deze voorkeuren maakt onze afdeling Personeel & Planning een zo goed mogelijke inzetplanning.

Naast de verlaging van de gevoelde werkdruk hebben we een systeem uitgewerkt om de feitelijke werkdruk te verlagen. Bij de start van een blok is de taaklast van iedere docent voor 90% gevuld. Zo is er voor 10% vrijgespeeld om gedurende het jaar taken op te kunnen pakken zonder direct over de taaklast heen te gaan. Hierdoor hebben docenten de ruimte om elkaar op te vangen bij ziekte. Deze aanpassingen in onze werkmethode hebben tot zichtbare verbeteringen geleid welke terug te vinden zijn in de MTM van 2019.

Desondanks moeten we constateren dat er in het onderwijs sprake is van stevige piekmomenten, die kunnen leiden tot stress en overbelasting bij docenten. Covid, online onderwijs en thuiswerken zijn hierbij versterkende factoren.

We hebben eveneens stappen gezet op het onderdeel ‘open cultuur en stimuleren van een aanspreekcultuur’. We hebben dit nadrukkelijk op de agenda gezet van de teamvergaderingen. Er zijn nieuwe teamcoördinatoren gekomen en andere coördinatoren hebben we hierop getraind. Ook hebben we het gebouw anders ingericht, transparanter om zo ook de open cultuur fysiek uit te stralen. De resultaten hiervan zien we terug in de MTM.

Begeleiding nieuwe docenten

Sinds 2019 hebben we een medewerker werving en selectie met kennis van de arbeidsmarkt, die in samenwerking met personeel en planning, kan inspringen op de ‘gaten’ die ontstaan in het onderwijs (kennis en vaardigheden).  Zo kunnen we centraal de kwaliteit van de nieuwe instroom docenten bewaken.

Vanwege de groei van het aantal CB studenten hebben we de afgelopen drie jaar nieuwe collega’s aangenomen. Dit zijn deels mensen met, maar vooral veel professionals zonder, onderwijservaring. Enthousiaste media- en communicatieprofessionals die bewust kiezen voor het onderwijs, en dus het leren van een nieuw vak. Dit vraagt om zorgvuldige begeleiding in het eerste jaar.

Alle nieuwe docenten volgen de eerste dagen een inwerkprogramma waar zij in het kort kennis maken met didactiek, coaching en klassenmanagement. Zij krijgen een ervaren docent als buddy, bij grote modules in de propedeuse koppelen we nieuwe docenten ook aan ervaren docenten zodat zij binnen het vak op voldoende ondersteuning kunnen rekenen. Dit is zeker sinds het thuiswerken als gevolg van Corona een goede aanvulling gebleken.

Sinds 2019 worden de nieuwe docenten het eerste jaar begeleid door een ervaren docent met een master in Meesterschap die als coach en aanspreekpunt fungeert in de eerste honderd dagen. Hij organiseert het inwerkprogramma, doet aan lesbezoeken en geeft waar nodig feedback en extra ondersteuning, naast de teamcoördinator. Nieuwe docenten halen veelal in het eerste, en soms het tweede jaar van hun aanstelling hun didactische bekwaamheid.

02.26

Deeltijd

Onderwijs
programma

deeltijd

Het onderwijsprogramma van deeltijd is afgeleid van het CB-programma van voltijd en aangevuld met onderdelen uit het CO-programma van de voltijd. Bij het maken van de keuzes voor de modules is rekening gehouden met de werkende student die zijn loopbaan beter wil vormgeven met de studie.

Deeltijd werkt met maximaal drie modules per blok, dit zijn grotere onderwijseenheden dan bij voltijd. Vaak zijn 2 vakken uit de voltijd in de deeltijd gecombineerd tot 1 geïntegreerd vak. Hierdoor is binnen een blok meestal de verdeling: twee inhoudelijke modules van 6 ECTS en een project van 3 ECTS. In verreweg de meeste blokken hebben de drie modules ook met elkaar te maken. Dit is in de propedeuse niet altijd het geval, dan hebben in elk geval twee modules met elkaar te maken. In de colleges wordt vaak een link gelegd naar de eigen werkpraktijk.

Bij de themasemesters in de hoofdfase zijn vaak 2 themasemesters uit de voltijd samengevoegd. Een voorbeeld daarvan is het themasemester Merk en Reputatie, samengesteld vanuit het themasemester Merkenmanagement en het themasemester Reputatiemanagement van CO-voltijd.

Onderzoeksvaardigheden in het onderwijs

De leerlijn onderzoeksvaardigheden is voor verbetering vatbaar. Onderzoek zit wel in het onderwijsprogramma, maar er zijn transfer-problemen: studenten onthouden onvoldoende wat ze geleerd hebben.

In het voorjaar van ‘21 is de onderzoekslijn door de hele deeltijdopleiding in kaart gebracht en is deze afgestemd met alle deeltijddocenten. Op basis van deze inventarisatie zijn er modules in de propedeuse aangepast, zoals individuele in plaats van groepstoetsing.

In de modulehandleidingen wordt extra aandacht geschonken aan het omschrijven van onderzoekvaardigheden, zodat de student weet welke vaardigheden hieronder vallen en bekend blijft met de terminologie. Deze investering in de onderzoekslijn verbetert niet alleen het huidige onderwijs, maar geeft ook aandachtspunten mee voor ontwerpkeuzes binnen ons nieuwe onderwijs in Stones. Daar zal onderzoek nadrukkelijker een onderdeel worden van elke module, dit is inherent aan het model.

In de colleges wordt vaak een link gelegd naar de eigen werkpraktijk. Bij de themasemesters in de hoofdfase zijn vaak 2 themasemesters uit de voltijd samengevoegd. Een voorbeeld daarvan is het themasemester Merk en Reputatie, samengesteld vanuit het themasemester Merkenmanagement en het themasemester Reputatiemanagement van CO-voltijd.

Praktijkopdrachten

De studenten voeren elk blok een praktijkopdracht uit. In deze praktijkopdracht wordt kennis toegepast die in hetzelfde blok aan bod komt, met een groeiende mate van zelfstandigheid.

De praktijkopdrachten worden uitgevoerd binnen een variatie aan contexten: eigen werkplek en opdrachtgevers. Het is wenselijk dat dit niet tweemaal dezelfde werkplek is, dan raakt de werkplek te snel ‘uitgeput’.
Docenten spraken hun zorgen uit over het niveau van de eigen werkplek. Naar aanleiding daarvan wordt, zoals al bij standaard 1 vermeld, het niveau van de werkplek in kaart gebracht in de intake (Studiekeuzecheck) voorafgaand aan de start met de opleiding. De noodzaak van een geschikte werkplek komt nadrukkelijk aan bod in de introductie en in jaar 1.

Studiewerkbegeleiding deeltijd

Afstuderen incl. assessments

Bij deeltijd kan de student kiezen voor drie afstudeervarianten die gelijk zijn aan de voltijd, Product, Onderneming en Onderzoek.

De variant Project komt bij de deeltijd niet voor, de overlap met het eigen werk kan te groot zijn of is niet uitvoerbaar naast het werk. Het tussen- en het eindassessment zijn gelinkt aan de eigen werkplek. In het tussenassessment haalt de student twee van de zes voorbeelden (STARRs) uit de eigen werksituatie, in het eindassessment wordt verwacht dat er vijf van de acht situaties voor het aantonen van het eindniveau afkomstig zijn van de eigen werkervaring.

Studenten krijgen in jaar 1 een StudieWerkBegeleider (SWB’er). Dit is vergelijkbaar met de StudieLoopbaanBegeleider in de voltijd.

Er zijn twee SWB’ers per klas,  de SWB’er heeft gemiddeld 10-15 studenten in een groep. Deze SWB’er blijft vier jaar lang bij de student. In jaar 1 bestaat het SWB-lesprogramma uit twee onderdelen: individueel contact elk blok en een programma met twee lesmomenten met de eigen SWB-groep per tien weken.  
In jaar 2 en 3 zijn een aantal keuzemomenten waarbij de student hulp kan inschakelen van de SWB’er, informatie daarover wordt centraal door de opleiding georganiseerd. Op dit moment is het contact met de SWB’er vooral individueel in de bovenbouw, op aanvraag van de student en tweejaarlijks op initiatief van de SWB’er. De evaluaties daarover zijn wisselend. Er zal daarom ook een lesprogramma worden ontwikkeld voor jaar 2 en 3, waarbij de frequentie 1 les per semester zal zijn.

Vanwege Corona worden er sinds kort informele momenten georganiseerd voor jaar 2 en 3, het ‘koffiekanaal’.

Voor jaar 4 bestaat SWB uit een aantal lesmomenten rond het opbouwen van het eindportfolio. Aan het begin van het jaar is een intake mogelijk over het niveau van de student op de competenties.
Voor langstudeerders en herkansers die zich verloren voelen hebben we sinds kort online koffiemomenten. De langstudeerders komen nu uit drie verschillende opleidingen, MIM deeltijd (voorloper CB), MIC deeltijd (voorloper CB) en CO deeltijd. Deze studenten hebben ook allemaal hun eigen SWB’er waarbij ze met vragen terecht kunnen.

Naast de SWB-contacten is vorig jaar een begin gemaakt met ‘deeltijdborrels’ waar alle studenten welkom zijn. Dit wordt in de toekomst elk blok georganiseerd.

Didactiek en werkvormen

Toepassen van kennis en vaardigheden in de beroepspraktijk staat centraal. Dit kan op de eigen werkplek zijn, die van een medestudent of bij een opdrachtgever.  

In sommige projecten wordt samengewerkt in een groepsopdracht. Er wordt steeds meer gebruik gemaakt van peer-feedback. In de opleiding wordt in jaar 1 in de SWB-lessen gereflecteerd op effectief leren en het inzetten van de eigen werkplek. In de hoofdfase wordt reflectie gestimuleerd door actieve coaching op projectsamenwerking, door reflectieverslagen te vragen of een procesboek. We hebben het voordeel dat we binnen het onderwijs gebruik kunnen maken van de faciliteiten van de voltijdopleiding, zoals radio- en videoapparatuur, de radiostudio, het makerslab en het observatorium. Er zijn deeltijdstudenten die deelnemen aan de Campus Creators.

instroom

De opleiding kent een redelijk stabiele instroom van studenten van rond de twee klassen. We zien de laatste jaren een lichte groei.

Deze stijgende lijn verwachten we ook voor het studiejaar ‘21-’22, het percentage inschrijfverzoeken is bijna verdubbeld ten opzichte van vorig jaar. De werving voor deeltijd is geïntensiveerd. We liften mee op de grote campagnes van voltijd. Er zijn HvA google-campagnes en social mediacampagnes, aangevuld met een direct mailing naar studenten die interesse getoond hadden in de voltijdopleiding van CO en CB, die 20+ waren en een mbo-opleiding hadden gedaan. Deze studenten, die zich na 1 mei níet hadden ingeschreven bij de voltijd, hebben we benaderd of zij interesse hebben in CB-deeltijd.

Afgelopen studiejaar is ook de communicatie over het verschil tussen de deeltijd en de voltijd- eerstejaarsstudenten verbeterd, zodat studenten beter op de hoogte zijn van hun keuzemogelijkheden.  Dit geeft studenten een beter beeld over de opleiding in relatie tot de voltijd-opleiding. Mocht de student beter passen bij deeltijd, dan kan deze zich tijdig inschrijven voor deze variant. Ook in schriftelijke communicatie naar de ingeschreven voltijdstudenten wordt deeltijd met een duidelijk profiel benoemd als mogelijke keuze.

doorstroom

Aandachtspunt voor de opleiding is de doorstroom. De uitval in jaar 1 schommelt rond de 30%. Door de uitval staat het diplomarendement na 4 jaar hoofdfase onder druk. Deze ligt rond de 40%. Om de doorstroom te verbeteren, zijn de volgende stappen gezet:

  • We creëren meer binding in de propedeuse en versterken het SWB-programma in de hele opleiding. De SWB-lijn wordt hoog gewaardeerd in jaar 1;
  • Er worden maandelijkse momenten georganiseerd voor studenten van jaar 3 tot en met langstudeerders te om binding te bewerkstelligen;
  • Er komt meer aandacht voor studenten die herkansingen hebben en even geen onderwijs volgen om deze herkansingen te halen;
  • Er komt meer aandacht voor de deeltijdstudent bij de stafafdelingen en er wordt meer gekeken naar maatwerk. Bijvoorbeeld: sinds september is er aparte studentenmail voor deeltijd en hebben de studentendecanen hun spreekuren op vrijdag rond de pauze verruimd;
  • Er wordt meer aandacht aan het groepsgevoel geschonken (o.a. de koffiekanalen, de deeltijdborrels). Als er fysiek geroosterd mag worden, wil deeltijd op één verdieping geroosterd worden, zodat studenten elkaar makkelijker tegenkomen en er meer sociale cohesie kan ontstaan;
  • De afbouw van de oude deeltijd (MIC en CO) gebeurt met toegewijde afbouwcoördinatoren. We integreren waar mogelijk de langstudeerders in bestaande groepen of organiseren sociale bijeenkomsten voor de langstudeergroep;

Versnellers

Voor studenten die uitdaging zoeken is er een versnellingsroute na het behalen van de propedeuse.

Deze studenten hebben een hbo-werk/denkniveau en werken vaak al meerdere jaren in het vakgebied. Deze studenten volgen het onderwijs in semester 1 van jaar 2 zelfstandig, naast het klassikale onderwijs in jaar 3. In studiejaar 2019-2020 hebben zich 10 studenten aangemeld voor deze versnelling.  De studenten zijn blij met de extra uitdaging en het verkorten van hun opleidingsduur. De ervaringen van deze proef worden meegenomen naar Stones. De logistieke kant van deze proef was redelijk groot, de route wordt daarom nu gepauzeerd vanwege het herontwerp komende jaar.

herijking

In het ontwerpen van het nieuwe curriculum staat er een stevig proces waarbij voltijd in de lead is. Bij elke stap geeft deeltijd aan of kan worden aangesloten bij voltijd of dat er een aanpassing nodig is voor de doelgroep.

Deze keuzes willen we goed onderbouwd maken door de deeltijdstudent in beeld te brengen. Een nieuwe doelgroepanalyse wordt daarom het startpunt voor het ontwerpen van nieuw onderwijs. Er worden persona’s ontwikkeld op basis waarvan we inhoudelijke en didactische keuzes kunnen maken. Inhoudelijke keuzes gaan over welke Stones we wel en welke niet aanbieden. Didactische keuzes gaat over keuzemogelijkheden binnen een Stone. Dit onderzoek wordt in april/mei 2021 uitgevoerd op basis van gegevens over instroom en intakes, interviews met studenten in het huidige curriculum en een focusgroep met docenten.

Het voltijdcurriculum is te groot om over te nemen voor deeltijd. Op basis van dit onderzoek weten we bij welke Stones we willen aansluiten in de ontwikkeling. We nemen de kennis en de vaardigheden als uitgangspunt van de gesprekken.

Met Stones kunnen we didactisch meer maatwerk bieden. De doelgroepanalyse helpt ons de diversiteit te verbeelden in leeftijd, vooropleiding, werkervaring, werk/denkniveau en privéleven. Stones biedt vele verbetermogelijkheden voor deze doelgroep. Het werken met formatieve evaluatie, met nadrukkelijk een nulmeting voorafgaand aan elke Stone, zal inzicht geven in de diversiteit van kennis en aanleg van deze groep. We onderzoeken of we binnen een Stone keuzemogelijkheden kunnen bieden op basis van de persona’s die op dit moment ontwikkeld worden.

We verwachten een mooi programma te ontwerpen, met keuzes gebaseerd op de wensen en behoeften van de doelgroep met aandacht voor alignment door de jaren heen. Niveau 1, de propedeuse, zal qua inhoud identiek zijn aan de voltijd. Vanaf niveau 2 kan de student inhoudelijke keuzes maken.
Naast deze mogelijkheden in de opleiding willen we de werkervaring van de student voor de poort ook al kunnen belonen met een EVC-traject. Op welke manier dit kan, is nog in onderzoek. Zo kunnen we maatwerk bieden aan de gevarieerde groep van de deeltijdstudent.
Deeltijd is een aantrekkelijke variant voor voltijdstudenten die meer willen werken, bijvoorbeeld na de stage bij hun stageplek. De overstap van voltijd naar deeltijd wordt met Stones gewaarborgd. Aangezien de huidige programma’s niet identiek zijn, kan dat niet altijd. Het overnemen van cijfers en vakken van het ene programma naar het andere is lastig.  Dit probleem wordt opgelost met Stones, omdat er alleen maar hele Stones worden afgerond.

Welkom

Bekijk en lees de midterm review vanaf de desktop.

Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Suspendisse varius enim in eros elementum tristique. Duis cursus, mi quis viverra ornare, eros dolor interdum nulla, ut commodo diam libero vitae erat. Aenean faucibus nibh et justo cursus id rutrum lorem imperdiet. Nunc ut sem vitae risus tristique posuere.